Een werkgever kan gedurende de vakantieperiode een ‘vakantieauto’ ter beschikking stellen aan de werknemer. Of de werknemer levert de auto van de zaak in tijdens de vakantieperiode. Wat de gevolgen zijn voor de bijtelling is afhankelijk van de situatie. In een handreiking gaat de Belastingdienst hierop in.
Een zoon neemt de modezaak van zijn ouders over. Het winkelpand huurt hij van hun BV. De zaak loopt slecht. Naast leningen van de bank heeft de zoon leningen van de BV van de ouders. In de aangifte vennootschapsbelasting claimt de BV van de ouders een afwaarderingsverlies op de leningen. De Belastingdienst staat dit niet toe.
Per 1 januari 2021 geldt voor woningen onder bepaalde voorwaarden een tarief van 2% of een startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Over praktijksituaties bij de toepassing van deze regeling heeft de Belastingdienst onlangs 25 nieuwe vragen beantwoord. De zes meest gangbare situaties nemen we op.
Een 60-jarige supervisor in het distributiecentrum van een supermarkt wordt na 39 dienstjaren op staande voet ontslagen. Volgens de werkgever zou hij bedrijfseigendommen hebben gestolen. De supervisor komt echter met een goede verklaring. Het onterechte ontslag kost de werkgever meer dan een half miljoen euro.
Een timmerman in loondienst met een contract voor onbepaalde tijd wil bij een belangrijke concurrent van zijn werkgever gaan werken. Daar kan hij meer verdienen en een leidinggevende functie krijgen. Hij vraagt om opheffing van zijn concurrentiebeding. De werkgever weigert. De timmerman gaat naar de kantonrechter.